21 februari 2017

Meer daadkracht, meer kansen, meer banen

Europarlementarier Agnes Jongerius, Tweede Kamer kandidaat Richard Moti en PvdA-fractievoorzitter Leo Bruijn spraken gisteren met de directeur van het Havenbedrijf Rotterdam Allard Castelein. Het gesprek ging over de oneerlijke concurrentie tussen de zeehavens van Rotterdam, Antwerpen en Hamburg en de werkgelegenheid in Rotterdam.

Vennootschapsbelasting en oneerlijke concurrentie

De rijksoverheid heeft met wetgeving geprobeerd om een uitzonderingspositie te creëren voor de Rotterdamse haven en deze te ontzien van de vennootschapsbelasting, maar deze uitzonderingspositie is door de Europese Commissie tenietgedaan. De Nederlandse zeehavens moeten vennootschapsbelasting gaan betalen, terwijl de andere concurrerende zeehavens dit niet hoeven te doen. De Nederlandse zeehavens zijn samen met het rijk in protest tegen dit besluit , omdat dit tegen het idee van gelijke monniken, gelijke kappen in gaat.

Werkgelegenheid

Het heffen van de vennootschapsbelasting gaat ook ten koste van investeringen die het Havenbedrijf kan doen in de haven. Daarnaast krijgen andere zeehavens in de landen om Nederland heen overheidssteun, terwijl dit in Nederland niet het geval is. De PvdA wil dan ook dat wanneer dit geld onttrokken wordt uit de Rotterdamse regio via de vennootschapsbelasting, dat het geld weer terugvloeit naar Rotterdam om te kunnen investeren in werkgelegenheid. In Rotterdam blijft de werkloosheid op 12% steken, terwijl in de rest van het land de werkloosheid snel daalt (5,6%). De jeugdwerkloosheid daalt tevens in Nederland, weliswaar lichtjes, maar in Rotterdam daalt deze überhaupt niet. Reden te voor het Rotterdamse stadsbestuur om samen met het Havenbedrijf Rotterdam meer aandacht te schenken aan werkgelegenheid en hier lobby voor moet voeren in Den Haag. Leo Bruijn over de werkgelegenheid: ‘Voorlopig is Rotterdam niet als eerste, maar als laatste uit de crisis. We moeten voortvarend aan de slag om samen met onze partners in de stad de werkgelegenheid te vergroten en een ruime blik op werk te houden. Kansen liggen er, Rotterdam moet ze alleen nog grijpen‘.