19 november 2014

PvdA: Voorkom ontspoorde mantelzorg

Gisteren zond de NCRV het programma ‘Altijd Wat’ uit. Onderwerp van de reportage: de ontspoorde mantelzorger. Deze term wordt gebruikt wanneer mantelzorgers zodanig overbelast zijn dat zij ‘ontsporen’. PvdA-raadslid Fatima Talbi (Zorg): “De PvdA-fractie maakt zich ernstige zorgen over de overbelasting van mantelzorgers in Rotterdam, niet in de laatste plaats omdat de verwachting van verschillende deskundigen is dat dit percentage in de toekomst zal gaan stijgen. Dit is mede ingegeven door het feit dat de overheid steeds vaker een beroep doet op de informele zorg. Vandaar dat ik vandaag het stadsbestuur vraag om cijfers en om ondersteuning voor de Rotterdamse mantelzorgers. Ondersteuning die zij in onze ogen verdienen en ook nodig hebben om ‘ontsporing’ te voorkomen.”

Een voorbeeld van een ‘ontspoorde mantelzorger’ is de man uit Doorn, die vorig jaar zijn 86-jarige aan Parkinson en dementie lijdende vrouw, voor wie hij zorgde en met wie hij zestig jaar getrouwd was, wurgde. De reden: hij zag geen andere uitweg. De zorg voor haar werd hem teveel en de mantelzorger leed aan extreem slaapgebrek en oververmoeidheid. Volgens Mirjam van Dongen, voorzitter van Landelijk Platform Ouderenmishandeling, is dit vermoedelijk een incident. Desalniettemin ziet zij helaas regelmatig de ontsporing, het grensoverschrijdende gedrag en de onmacht die de mantelzorgers ervaren.

Talbi: “Van Dongen verwacht dat de risico’s op ontspoorde mantelzorgers in de toekomst zal toenemen door de overheveling van de zorg naar de gemeenten. Uit onderzoek blijkt dat nu al 17% van de mantelzorgers ernstig overbelast is, meldt de NCRV. Bij mantelzorgers die langdurig zorgen voor hun dementerende partner is dit zelfs 1 op de 2. Ik wil dan ook graag van het stadsbestuur horen hoeveel procent  van de Rotterdamse mantelzorgers op dit moment ernstig overbelast is en of men verwacht dat dit percentage zal gaan stijgen. Indien men niet over dergelijke cijfers beschikt, wil ik dat het stadsbestuur dit gaat onderzoeken en de raad over de uitkomsten informeert.”