De gemeente Rotterdam draagt participatie als een trofee op haar borst. Met trots wordt verkondigd dat inwoners niet alleen mogen meepraten, maar ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op het beleid. En ja, er ligt een prachtig participatiebeleid op papier. Maar zoals zo vaak blijkt: tussen theorie en praktijk gaapt een diepe kloof. Het dossier rond de windturbines bij het Beneluxplein (precies midden tussen de woonwijken van Hoogvliet, Pernis en Albrandswaard) is daar een pijnlijk voorbeeld van.
Neem de gemeentelijke projectgroep die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de plannen. De bijeenkomsten met deze groep zouden in het teken moeten staan van samenspraak, een gelijkwaardige dialoog tussen gemeente, experts en bewoners. In werkelijkheid zijn deze bijeenkomsten vooral eenrichtingsverkeer. De gemeente presenteert haar plannen en de bewoners mogen luisteren. Er is weinig ruimte voor discussie, laat staan dat bewoners serieus worden meegenomen in de besluitvorming.
En dan is er de klankbordgroep. Deze groep, samengesteld uit bewoners van omliggende wijken, heeft in theorie de taak om het geluid van de gemeenschap te vertegenwoordigen. Maar in de praktijk is deze groep aan haar lot overgelaten. De leden hebben doorgaans geen kennis van of ervaring met complexe onderwerpen als windenergie, milieueffecten of infrastructuur. Dat is op zich niet gek, want waarom zou de gemiddelde Rotterdammer specialistische kennis moeten hebben? Maar hier wringt het: de klankbordgroep krijgt geen enkele ondersteuning. Geen onafhankelijk advies, geen technische begeleiding, geen financiële middelen om bijvoorbeeld een eigen expert in te schakelen.
Wat blijft er over van participatie als bewoners niet serieus worden genomen en niet de middelen krijgen om hun rol goed te vervullen? De gemeente lijkt te denken dat het voldoende is om een paar bijeenkomsten te organiseren en mensen uit te nodigen om te komen luisteren. Het kan je bijna doen denken dat participatie vooral een stempel is om beleid te legitimeren, niet om écht samen te werken met bewoners.
Natuurlijk weten wij dat omschakeling naar duurzame energie noodzakelijk is! Maar de windturbines bij het Beneluxplein symboliseren meer dan alleen de overgang naar duurzame energie. Ze staan ook voor hoe participatie in Rotterdam wordt ingevuld: een symbool van schijninspraak. Het is mooi dat de gemeente grootse ambities heeft op het gebied van duurzaamheid, maar participatie is geen papieren tijger. Het vraagt om een eerlijk proces waarin bewoners zich gehoord én gesteund voelen.
Het bouwen van deze enorme gevaarten midden tussen woonwijken vereist een zorgvuldige afweging. Bewoners moeten ervan overtuigd zijn dat er echt geen andere locatie is. En als het niet anders kan, dan nog dient die locatie te worden gekozen die het minste hinder voor de betrokken bevolking oplevert, en niet die het goedkoopste is voor de exploitanten!
Misschien is dat de les die hier geleerd moet worden: dat participatie niet alleen een middel is om beleid uit te leggen, maar een kans om beleid samen te maken. Samen na te denken wat de voordelen zijn voor Hoogvliet, Pernis en Albrandswaard. En, last but not least, na te denken doe de participatie via de wijkraden kan worden verbeterd.
Laten we hopen dat Rotterdam dat ook echt gaat inzien. Dat men op de Coolsingel inziet dat participatie iets anders is dan dit gigantische project (tiphoogte van de windturbines 259 meter, hoogste van Nederland!) door de strot van de bewoners te wringen! Want zonder echte participatie verliest beleid, hoe duurzaam ook, een belangrijk deel van zijn draagvlak.
Cor van Hulst,
Wijkraadslid Hoogvliet, lid Wijkcoördinatieteam PvdA