Ondanks de wooncrisis is het aantal sociale huurwoningen in Rotterdam de afgelopen jaren gedaald. Om te weten hoe dat komt, is het van belang om te weten hoe de sociale woningvoorraad is opgebouwd. Sociale huurwoningen zijn er namelijk in twee categorieën: woningen die worden gebouwd door woningbouwcorporaties en woningen die worden gebouwd door particuliere ontwikkelaars. Woningen uit de laatste categorie nemen het snelst af en daar moeten we wat aan doen.
Waarom daalt de voorraad?
Als een particuliere ontwikkelaar woningen bouwt, wordt aan de hand van een puntensysteem bepaald hoe hoog de huur mag zijn. Een woning krijgt punten op basis van bijvoorbeeld de grootte, de waarde en de kwaliteit van de keuken en de badkamer. Omdat de waarde van woningen momenteel door het dak gaan, krijgen woningen meer punten. Dat heeft tot gevolg dat particuliere verhuurders een hogere huurprijs kunnen vragen als zij een nieuw contract afsluiten. Hierdoor worden veel huurwoningen onttrokken aan de sociale voorraad.
Hoe kunnen we de daling stoppen?
Uit de voortgangsrapportage van het woonbeleid in Rotterdam blijkt dat het aantal sociale huurwoningen daalt. Deze daling komt vooral voor in de particuliere sector. Dat is 80% van de totale krimp. Gelukkig kunnen we daar wat aan doen. We willen particuliere verhuurders aanspreken op hun maatschappelijke rol en met hen afspreken dat ze sociaal blijven verhuren, ook al mogen ze meer huur vragen. Particuliere verhuurders zijn namelijk niet verplicht om de huur te verhogen als een woning meer punten krijgt. Toch doen ze dit vaak, omdat particuliere verhuurders gericht zijn op winst. De PvdA vindt dat onwenselijk. Ook particuliere beleggers moeten hun verantwoordelijkheid nemen in de strijd tegen de woningnood.