Bestuur van bruisende stad, neem stelling tegen Wilders
Bezuinigen op het armoedebeleid en ruimte voor cultuur. De coalitie van D66, Leefbaar en CDA wil Rotterdam verlevendigen, terwijl mensen met een smalle beurs het nakijken hebben. Dit konden we verwachten van deze drie partijen. Erg verbindend is het niet. Natuurlijk is het belangrijk dat het stadsbestuur de aantrekkelijkheid van Rotterdam vergroot. Maar een sterk Rotterdam is een verbonden Rotterdam en dat gaat over meer dan het vieren van een feestje of het opleuken van de binnenstad. Wij hopen, nee, wij verwachten en doen een appèl op de wethouder stadscultuur om aan de verbinding te werken.
Waar de overheid zich terugtrekt en het initiatief laat aan de burger, doet het stadsbestuur steeds meer een beroep op de creativiteit van Rotterdammers. Van sociale vernieuwing tot het stadsinitiatief: de stad heeft inmiddels een traditie waarbij Rotterdammers meedenken en meebouwen. En dat met het bewustzijn dat Rotterdam al decennia niet meer een stad is die alleen gaat over Annie, Anneke en Henk. Ook Hassan, Olivia en Mo zijn als Rotterdammerts opgegroeid en zich evenals Annie, Anneke en Henk inspannen voor een verbonden Rotterdam. Die diversiteit is zo vanzelfsprekend geworden dat menig Rotterdammer eraan voorbij gaat dat acht jaar geleden nog heftige integratiedebatten werden gevoerd. Dat stadium zijn we nu voorbij. Of toch niet?
Held
Nu blijkt in een enquête van opiniepeiler Maurice de Hond maar liefst 43 procent het eens te zijn met het ‘Minder Marokkanen’ dat het stelletje malloten riep tijdens de toespraak van PVV-leider Geert Wilders na de gemeenteraadsverkiezingen in een Haagse kroeg. Je zult maar als jonge Mo in Spangen dromen van een mooie voetbalcarrière. Of van een baan als leerkracht omdat juf Dewika jou dagelijks weer weet te inspireren en zij jouw grote held is. Maar dan, op die pikzwarte dag, moet jij je moeder vragen of jouw voetbalcoach, die collega’s van juf Dewika of die vriendelijke buurman ook tegen mijnheer De Hond hebben gezegd toch eigenlijk minder Marokkanen te wensen. Ma voelt de pijn van Mo’s onuitgesproken gruwelijke gedachte: ‘wat doen mijn dromen er dan toe?’
Een stadsbestuur dat de stedelijke cultuur wil laten bruisen, alle Rotterdammers wil laten knallen om van die stad wat te maken, zal zich dan ook stellig moeten uitspreken tegen politici en medestanders die het maatschappelijk aanvaardbaar maken dat Rotterdammers worden weggezet en tegen elkaar opgezet. Het zal actief stelling moeten nemen. Tegen discriminatie en polarisatie, voor gelijke kansen. Alleen dan kan een stadsbestuur volop de vruchten plukken van de creativiteit van de Rotterdammers.
Dit artikel is gepubliceerd in het AD Rotterdams Dagblad van 10 mei 2014.