Met de antiracisme-demonstraties van afgelopen zomer leek het alsof Nederland zich voor het eerst collectief uitsprak tegen hedendaagse vormen van racisme. De roep om erkenning van institutioneel racisme en de impact van het slavernijverleden vond luide weerklank. Het onderzoek naar de impact van het Rotterdamse slavernijverleden op het Rotterdam van vandaag werd ondertussen afgerond, uitgevoerd op PvdA-initiatief. Het is duidelijk: de impact is enorm. Het waren namelijk niet alleen kooplui die ervan profiteerden, maar juist ook bestuurders en burgers. Wij zijn erfopvolgers van het stadsbestuur en vinden daarom dat excuses op hun plaats zijn.
Deze maand worden de onderzoeksresultaten in de Rotterdamse gemeenteraad besproken. Het was onze eigen Peggy Wijntuin (voormalig PvdA-raadslid) die het onderzoek met haar motie afdwong en we zijn dan ook niet alleen trots dat dit is uitgevoerd, maar we zijn ook blij met hoe het huidige college zich aan haar taak kwijt.
In voorbereiding op de verdere bespreking van de bevindingen, belooft het college met zeer brede partijen en adviescommissies het gesprek aan te gaan over de vraag om excuses. Dit is een uitgangspunt dat wij van harte ondersteunen en we kijken ten zeerste uit naar de uitkomst van alle te voeren gesprekken. Want inderdaad: een excuses hoort breed gedragen uitgesproken te worden en hoort eveneens te leiden tot vergiffenis en verzoening.
Excuses
Dankzij het onderzoek weten we nu dat Rotterdam een actieve en zeer winstgevende rol heeft gehad in de koloniale slavenhandel. Sterker, zoals één van de onderzoekers zei: we zaten er tot onze nek toe in. Daar zijn we stil van. Wij staan volledig achter de aanbevelingen van het onderzoek en sluiten ons aan bij de voorgestelde stappen door het college. Ook spreken wij ons uit vóór het aanbieden van excuses door zowel de Rotterdamse Raad als het College van Burgemeester en Wethouders.