De Rotterdamse PvdA heeft een van zijn meest prominente oud-bestuurders verloren, Joop Linthorst. Joop werd in 1974 als jonge econometrie-student gekozen en was daarna twintig jaar lid van de gemeenteraad, de laatste dertien jaar als wethouder. Hij behoorde tot het illustere gezelschap stadsbouwers: Laan, Vermeulen, den Dunnen en Linthorst, de PvdA-‘Machers’ die halverwege de jaren ’80 de stad uit de sociale misère wisten te trekken. Toenmalig burgemeester Peper noemde Linthorst zelfs ‘de beste na-oorlogse wethouder van Rotterdam’, maar Joop was waarschijnlijk te bescheiden om dat openlijk te beamen.
Joop werd in 1981 wethouder van Financiën en Kunstzaken, en bleef dat tot 1990. In de jaren ’80 was de stad Rotterdam vrijwel failliet: enorme uitgaven, weinig inkomsten. Tegelijk dwong de economische crisis ook de regering tot straffe bezuinigingen op de stadsvernieuwing, op buurt- en clubhuizen, op uitkeringen, op het gemeentefonds. Joop moest de gemeentelijke boekhouding op orde krijgen, bezuinigen (alleen nog geld uitgeven aan ‘kerntaken’, heette dat) en tegelijkertijd investeren in sociaal-economische vernieuwing. Het succesvol uitvoeren van zo’n klus leidt in de politiek wel tot respect, maar niet tot grote populariteit, helaas. Gelukkig voor hem kon hij de taaie bezuinigingsklus combineren met zijn geliefde portefeuille Kunstzaken.
In 1990, toen hij op een haar na geen minister was geworden in het kabinet-Kok, nam hij de portefeuille Ruimtelijke Ordening van Jan Laan over. In die periode namen de plannen voor de Kop van Zuid vaste vormen aan. Hoogtepunt was de bouw van de Erasmusbrug. Ondanks de tegenwerpingen – tientallen miljoenen guldens duurder dan het krediet dat de Raad beschikbaar had gesteld, net na die periode van pijnlijke bezuinigingen – kwam die brug er toch. Dat was de grote verdienste van Joop Linthorst want ja, ‘Joop verstond de kunst om dingen voor elkaar te krijgen’. De opening van de nieuwe brug markeerde het moment dat het met Rotterdam weer de goede kant op ging.
Zo goed als het ging met de Kop van Zuid, zo slecht liep het af met dat andere grote plan waar Joop zijn politieke ziel en zaligheid aan had verbonden: het Integraal Plan Noordrand, ofwel het nieuwe vliegveld temidden van (nieuwe) woonbebouwing. De Raad vond het in meerderheid nog wel een goed idee, maar een groot deel van zijn eigen PvdA niet. In 1994 schoot de Tweede Kamer het plan af. In hetzelfde jaar nam Joop afscheid van de Rotterdamse politiek, na een actieve periode van ruim twintig jaar en een turbulent einde. De Rotterdamse PvdA mag er trots op zijn dat ze een topbestuurder als Joop Linthorst in hun midden had.