De bewoners van Rotterdam kijken reikhalzend uit naar het begin van de lente en daarna de zomer om weer lekker te kunnen genieten van onze pleintjes. Zoals bijvoorbeeld op het Eudokiaplein in het Oude Noorden, waar genoeg bankjes staan voor iedereen. Maar een tijd lang al hebben dit soort pleinen te maken met een gezichtsloze belager: de ontwerpers van de publieke ruimte. Veel van die ruimtes en pleinen in Rotterdam hebben maar weinig zitplekken. Als je dan wil genieten van het zonnetje op een plein, moet je toch al vaak betalen om ergens te kunnen zitten. Nu met de lockdown en sluiting van de horeca maken mensen natuurlijk méér gebruik van openbare zitplekken, maar zonder lockdown wordt de helft van een plek doorgaans ingenomen door horeca en geldt er een consumptieplicht. Zonder consumptie kun je dus geen gebruik maken van deze plekken.
Meer openbare zitplekken verbindt mensen
Het Eudokiaplein met vijfentwintig bankjes is een uitzondering. Een klein plein in het Oude Noorden dat een divers publiek aantrekt, omdat er geen consumptieplicht geldt. Gezinnen met kinderen, oudere mensen, jonge koppels en vriendengroepjes (op gepaste afstand) die allerlei verschillende activiteiten bedrijven. Het is een ware mengelmoes van culturen en bedrijvigheid die zich niet aan elkaar storen maar een leuke middag of vooravond beleven. Dit in tegenstelling tot de rest van de stad waarin horecaterrassen het straatbeeld domineren. Het Eudokiaplein is een voorbeeld van een plein, waar de publieke ruimte ook echt het publiek toebehoord. Dat is positief voor de stad en moet ook worden gezien als een voorbeeld voor andere pleinen in onze stad.
Opzettelijke ontwerp: vijandige architectuur.
Als er dan sprake is van voldoende openbare zitplekken op pleinen, worden deze vaak nog uitgerust met verhoogde latjes en ijzertjes om er zo voor te zorgen dat daklozen niet kunnen gaan liggen. Zoiets heet dan technisch ‘vijandige architectuur’. Dat de rest van de Rotterdamse pleinen niet de blauwdruk volgen van het Eudokiaplein, is het gevolg van beleidskeuzes. Het is jammer dat we op die manier mensen een zitplek op onze pleinen ontzeggen, en het daklozen (die niet kiezen voor die dakloosheid) het zo moeilijk maken. Wat betreft de PvdA behoort de publieke ruimte, het publiek toe. Daar horen ook die mensen bij die niet genoeg te besteden hebben om een terrasje te pakken.