23 april 2015

Bed Bad Brood …. humaniteit, geen spierballentaal

De PvdA Rotterdam baalt van de spierballentaal waarmee het akkoord op de bed bad brood regeling is omgeven. Dat is voor ons ongepast, want het gaat hier in de eerste plaats over de humaniteit die je op kunt brengen als samenleving – ook wanneer je van mening bent dat terugkeer verstandiger is. Voor ons blijft gelden: niemand slaapt op straat en dat hoor je gewoon goed te regelen. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat een akkoord op opvang de mensen juist de straat op jaagt of dat men de zorg gaat mijden.

De Rotterdamse praktijk wordt genoemd als hét voorbeeld voor dit akkoord. Wat ons betreft moet dat dus ook geborgd worden: we vangen hier al jaren deze mensen op, wat ons betreft gaan wij er gewoon op dezelfde humane voet mee door, onder de nu geldende voorwaarden.

Wat er nu voor ligt, is voor ons op essentiële onderdelen niet helder en daarom te meer volstrekt onvoldoende.

Meer duidelijkheid moet de komende dagen echt geboden worden. Zaken waar we daarbij onder meer zullen letten in onze beoordeling:

  1. In het akkoord lezen we dat de opvang voor een `beperkt aantal weken´ geldt. Hoeveel weken zijn dat. Een paar of 3, 4 weken? De Rotterdamse ervaring is dat je hier veel ruimhartiger in moet zijn.
  2. De financiering voor de opvang, wordt afhankelijk gemaakt van het aantal mensen dat terugkeert. Dat legt een ongelofelijke en onterechte druk op de mensen die daar werken. In de Rotterdamse aanpak is het succes niet afhankelijk van percentages terugkeer.
  3. De voorziening is tijdelijk én uiterst sober. Mensen die uit deze opvang vallen, moeten naar onze mening niet aan hun lot worden overgelaten
  4. In het akkoord moeten 19 gemeenten hun opvangplekken sluiten en de mensen doorsturen (het akkoord spreekt van ‘laten ophalen’). Tegelijkertijd houden lokale overheden hun verantwoordelijkheid, maar zij mogen die niet meer waarmaken, met een dreigende korting op hun budget voor integratie van nieuwkomers. Het is voor ons volstrekt onduidelijk wat die zaken met elkaar te maken hebben. Ook de mogelijke gevolgen voor de Rotterdamse situatie zijn voor ons nog niet helder.
  5. De verantwoordelijkheid voor de opvang is een gezamenlijke van Dienst Terugkeer en Vertrek en gemeente. Het Rotterdamse model kenmerkt zich juist door een zekere zelfstandigheid ten opzichte van landelijke interventies. Onduidelijk is of deze situatie wel of niet wijzigt.

Meer in het algemeen:

Onze zorg is dat dit akkoord de opvang nodeloos ingewikkeld maakt. We zullen er daarom ook bij de burgemeester en bij de Tweede Kamer op aandringen dat dit wordt voorkomen. Het is de hoogste tijd dat er naar de praktijk en de realiteit wordt gekeken.

En bovenal: In Rotterdam zullen we niemand op straat laten slapen.