“We moeten nog heel veel harder werken”
Gisteren kon er ook in Rotterdam gestemd worden voor de Provinciale Staten en de Waterschappen. Slechts 35% van de Rotterdamse kiesgerechtigden ging naar de stembus, bijna 10% minder dan vier jaar geleden.
De PVV werd de grootste partij in Rotterdam, met 17% van de stemmen, gevolgd door de VVD en D66 (beiden 14%) en de SP (13%). Daarna volgde de PvdA met 12%.
Rob de Werd, voorzitter PvdA Rotterdam: “Deze uitslag betekent dat we nog heel veel harder moeten werken. Dit verlies is een combinatie van weinig mensen die naar de stembus gaan en moeilijke maatregelen die niet gewaardeerd worden. Dat moeten wij ons aantrekken. Wij moeten duidelijk zichtbaar maken dat wij strijden voor mensen die het lastig hebben, niet alleen landelijk binnen het kabinet, maar ook vanuit de provincie en zeker ook vanuit onze rol als oppositiepartij in Rotterdam. De meest kwetsbare Rotterdammers, die niet de mogelijkheid hebben om hun kansen te grijpen, moeten kunnen rekenen op goede zorg en ondersteuning. Daarvoor zetten wij ons binnen de PvdA elke dag in, met hulp van al die enthousiaste Rotterdamse vrijwilligers die ook tijdens deze campagne zo hard voor ons en voor onze idealen hebben gestreden.”
Leo Bruijn, fractievoorzitter PvdA Rotterdam: “Dat de PvdA stemmen zou verliezen, was gezien het landelijke beeld geen verrassing. De PVV heeft in Rotterdam geprofiteerd van de dramatisch lage opkomst in de stad. De PvdA-fractie in Rotterdam blijft zich inzetten voor een sociale en sterke stad: voor goed onderwijs, voor banen en voor het wonen in een veilige en schone wijk. Wij blijven in Rotterdam scherp oppositievoeren tegen dit rechtse stadsbestuur van Leefbaar Rotterdam, D66 en het CDA. Maar het begint met het vertrouwen terugwinnen zodat de mensen weer gaan stemmen. Die opdracht is klip en klaar.”