Interview: lesgeven na de lockdown

20 mei 2020

Ouders die blij zijn dat hun kind weer lekker naar school gaat. Of juist ouders die dat spannend vinden. We horen over leerachterstanden, kinderen, thuissituaties… maar hoe gaat het met de leraren?

Wij spraken mede-PvdA’er Jeffrey de Jong, leerkracht bij basisschool De Wissel op Zuid.

Hoe was het om de kinderen weer te zien?

Aan de ene kant ben je gewoon onwijs blij om ze weer te zien. Net als wanneer je je kinderen weer voor het eerst ziet na een zomervakantie. Maar aan de andere kant is het ook raar. Je wil lekker met ze kletsen, onbezorgd over tafels hangen en geinen, maar dat gaat gewoon niet. Je hebt alleen maar die anderhalve meter in je achterhoofd en moet dat steeds benoemen naar de kids. Ook zijn je school en klas verbouwd: dat is een raar idee. Daar komt bij dat er flink wat ouders angstig zijn en uit voorzorg hun kinderen nog even thuis houden deze week. En tja, heb je een grieperig kind, moet die ook thuisblijven. Vandaag zouden er dertien kinderen komen en er waren er maar zes. Terwijl normaal gesproken een snotneus echt geen reden is om niet naar school te komen!

Hoe ging het met de kinderen?

De kinderen die ik gezien heb, zijn super blij en enthousiast. Ze hadden er heel veel zin in om weer naar school te komen. Ook grappig, er was eerst maar één kind dat eerlijk toegaf dat hij het best spannend vond. Maar toen ik zei dat ik dat ook had, kwamen er meer kinderen over de brug. Het is lastig om nu in te schatten hoe de kinderen er voor staan qua leerachterstand. Er zijn een aantal kinderen waarvan ik wéét dat ze weinig hebben gedaan, omdat je de thuissituatie kunt inschatten. Ouders hebben bijvoorbeeld moeite met de taal, of kinderen delen een betrekkelijk krappe woning met broers en zusjes. Of er is maar één laptop voor meerdere kids. Van sommige collega’s heb ik dan ook al gehoord dat een aantal kinderen een flinke stagnatie of achteruitgang hebben laten zien op het gebied van lezen of bijvoorbeeld de tafels. En tja, van sommige ouders mochten kinderen helemáál niet naar buiten acht weken lang, uit angst voor het virus. Dat merk je ook aan ze.

Heb je nu bepaalde zorgen?

Op de eerste plaats persoonlijk. De laatste weken durfde ik wel langs mijn ouders te gaan in de tuin op anderhalve meter afstand, maar dat kan nu écht niet meer, je komt toch in aanraking met collega’s, ouders en kinderen. Dat is wel heel moeilijk.
Ook de twee maanden leerachterstand kun je niet in twee maanden inhalen. Al helemaal niet omdat de kinderen maar halve weken naar school komen, om en om. Maar met elkaar werken wij er hard aan om de kinderen weer fijn naar school te laten gaan door veel in te zetten op de sociale vaardigheden en extra instructies te geven. Ik maak me niet per se druk om extra werkstress. Bijvoorbeeld de eerste drie weken van de lockdown was een opstartfase, toen gebeurde er nog niet zoveel. In die weken heb ik heel goed naar volgend jaar kunnen kijken en dingen kunnen voorbereiden. Dat is heel fijn eigenlijk, want normaal gesproken moet je dat in de zomer doen en levert het veel druk op!

Waar heb je je het meest over verbaasd tijdens deze crisis?

Haha, deze week gebeurde er iets heel grappigs. Eén van de jongetjes die voor het eerst weer naar school zou komen, kwam niet opdagen. Dus toen de conciërge belde, zei de moeder, “oh, zijn de scholen weer open?”. Zij had dus al onze communicatie gemist!
Kijk, dit was best grappig, maar daar ligt wel iets achter. Bijvoorbeeld ouders die de taal niet goed begrijpen, of nieuwskanalen in hun eigen taal volgen. Dan missen ze veel van het lokale nieuwsbulletin en blijken ze ook erg geïsoleerd in de samenleving.
Daar komt bij dat ik me verbaas over de houding van het inleveren van huiswerk. Ik krijg wel eens huiswerkopdrachten om half twaalf ‘s avonds binnen, dat kunnen we online zien. Geen wonder dat de kinderen de volgende dag dan moe zijn!

Heb je nog een boodschap die je mee wil geven?

Ik denk dat we met elkaar, zeker na deze periode, goed moeten evalueren op het gebied van digitalisering. Wat heeft écht heel goed gewerkt en wat niet? Wat gaan we meenemen voor, nou ja, als het volgend jaar in een hopelijk normaal patroon weer verder gaat? Wat voor goeds kunnen we meenemen om hier een volgende slag in te slaan? We doen het volgens de berichten goed met het maken van de online opdrachten, dus laten we niet verzanden in ‘yes, alles wordt weer normaal!’. Nu dóór! We focussen nu inderdaad erg op de negatieve gevolgen van de crisis, maar voor dit alles zou het nooit gelukt zijn om in drie weken tijd zó veel voor elkaar te boksen. Dat is echt heel knap.
Laten we daar ook de kinderen in helpen. Ze moeten standaard op school les krijgen in computers. Dus niet per se op het gebied van sociale media, maar ook iets simpels als het gebruik van Word. Dit is onze kans!

Jeffrey’s manier van zijn kinderen verwelkomen!