26 september 2014

Mannen in het basisonderwijs

In 1999 was in Nederland nog 28% van alle docenten in het basisonderwijs man. In 2013 daalde dit percentage naar 17,6%. PvdA-raadslid Co Engberts (Onderwijs) vraagt het Rotterdamse stadsbestuur vandaag om de Rotterdamse cijfers.

“Meisjes doen het tegenwoordig beter in het onderwijs dan jongens. Over de redenen daarvoor wordt veel gespeculeerd. Regelmatig wordt de suggestie gewekt dat het grote aantal vrouwen dat in het onderwijs werkzaam is, hier debet aan is. Onderzoek wijst echter uit dat het geringe aantal mannen in het onderwijs niet de oorzaak is van slechtere prestaties van. Toch is het belangrijk dat er meer mannen voor de klas komen dan nu het geval is. Het is goed voor kinderen als zij gedurende hun schoolloopbaan met verschillende leerkrachten in aanraking komen en diverse rolmodellen ontmoeten. Verder blijkt dat jongens zich in hun studie- en beroepskeuze laten beïnvloeden door de beeldvorming over het beroep en door hun omgeving en dat zij deze keuze al op jonge leeftijd maken. Meer mannelijke leerkrachten in het basisonderwijs kunnen dus een positief effect hebben op het aantal jongens dat kiest voor het beroep van leerkracht. En ook voor de school als arbeidsorganisatie is het goed als het aandeel mannen en vrouwen meer in balans is,” zegt Engberts.

“In Rotterdam heeft men geprobeerd meer mannen voor de klas te krijgen met het zogenoemde ‘HIJ-instroom’ project van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs. Hier werden mannen van buiten het onderwijs in twee jaar opgeleid tot leraar. Voor dit project was veel belangstelling. Echter, afgelopen woensdag werd bekend dat van de 38 mannen die in 2010 en 2011 aan dit project begonnen, uiteindelijk de helft afhaakte. De PvdA-fractie is van mening dat de Rotterdamse school een plek moet zijn waar meisjes én jongens zich optimaal kunnen ontwikkelen. Omdat mannen naar onze mening een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van het Rotterdamse onderwijs vinden wij het dan ook erg jammer dat zo’n groot deel van deelnemers aan het ‘HIJ-instroom’ project blijkt af te haken,” zegt Engberts. “Vandaar dat wij het stadsbestuur vandaag hebben gevraagd hoeveel procent van de docenten in het Rotterdamse man is, of men vindt dat dit percentage omhoog moet en zo ja, op welke manieren het stadsbestuur bereid is om dit te stimuleren en te faciliteren.”